Duurzaam eten: 5 simpele stappen

Duurzaam eten: in deze blog help ik je met vijf simpele stappen die je kunt nemen om de wereld door jouw keuzes een beetje te helpen. 

Met onze persoonlijke dagelijkse keuzes kunnen we écht het verschil maken. We hebben invloed op de klimaatverandering. Op het dierenwelzijn. En ook op het systeem dat door media “moderne slavernij” genoemd wordt. Denk aan de tomaten in Italië die alleen nog door illegale immigranten geplukt worden. Twaalf uur per dag werken zonder weekenden schijnt een normale praktijk te zijn daar. Of denk aan de kinderarbeid in de chocolade industrie. En ook als je 100% vegan bent, dan ben je waarschijnlijk nog steeds niet de “perfecte” consument. Want amandelmelkproductie is belastend voor het water, en de avocadoteelt komt steeds meer in handen van de maffia, zoals wel vaker wanneer ergens een interessant verdienenmodel opduikt.

Duurzaam eten: er zijn teveel aspecten van invloed die je niet kent

Er zijn eigenlijk te veel aspecten die met eten te maken hebben waarmee je tegenwoordig rekening moet houden. Duurzaamheid omvat niet alleen broeikasgassen uitstoot en het gebruik van chemicaliën, maar ook biodiversiteit en de arbeidsomstandigheden. En er is tot nu toe geen verantwoorde methode om de impact van een voedingsmiddel op mens, dier en milieu bij elkaar op te tellen tot één getal of indicator. Ik ben zelf diëtist met specifieke belangstelling voor plantaardig eten en duurzaamheid, maar ook ik zie hoe ingewikkeld het is om de “juiste” keuzes te maken wat het dagelijkse eten betreft. Daarom heb ik in deze blog vijf simpele, concrete tips voor jullie verzameld waarmee je echt een verschil kunt maken.

  1. Minder verspillen

Hierover heb ik het al meerdere keren gehad. Maar nogmaals: duurzaamheid begint met minder kopen en minder verspillen. In deze blog lees je praktische tips over hoe je voedselverspilling in eigen huis tegen kunt gaan. Voornamelijk gaat het om 1) plannen 2) het eten op het juiste manier en dus zolang mogelijk bewaren 3) niet meer opscheppen of bestellen dan je op kunt eten.

  1. Minder dierlijke producten

In het Nederlandse menu is vleesproductie verantwoordelijk voor de grootste uitstoot van broeikasgassen.

In een ideale wereld zouden we allemaal planteneters zijn. Maar zover zijn we nog niet. Ik ben een groot voorstander van een plant-based eetpatroon, maar ik weet ook dat het voor meeste mensen een stap te ver is. En dat snap ik wel. Mijn overtuiging is dan ook niet dat we allemaal moeten stoppen met vlees eten. Dat is simpelweg niet realistisch in de wereld van vandaag. Maar ik ben ervan overtuigd dat iedereen best wat minder vlees kan eten.

Stel een realistisch doel dat bij jouw levensstijl past. The State of Climate Action 2022 rapport  is onlangs geschreven en gepresenteerd door het World Resources Institute. Het rapport stelt dat we niet meer dan twee keer per week vlees moeten eten om het klimaat te ontzien. Dus niet vaker dan twee keer per week vlees eten zou een heel praktisch doel kunnen zijn. Eet je elke dag vlees en zie je het niet zitten om het drastisch te minderen? Begin dan met een vleesloze dag per week. Dan ben je ook beter bezig.

  1. Gebruik de viswijzer als je vis eet

Vis, voornamelijk vette vis, is een belangrijke bron van Omega-3 vetzuren en eiwitten. Het advies van het Voedingscentrum luidt daarom: Eet een keer per week vis, het liefst vette vis.

Voor de juiste keuze van vis kun je de viswijzer van Good Fish gebruiken. Om verantwoord kiezen makkelijker te maken, hebben Good Fish en het Wereld Natuur Fonds (WNF) een rode lijst gemaakt van zes veel gegeten soorten die je beter kunt mijden. Dat zijn kabeljauw, zeebaars en tonijn (allemaal zwaar overbevist), sliptong (een babyvis met veel bijvangst en schade aan de zeebodem), paling (ernstig bedreigd), gamba’s (mangrovekap, gebruik van chemicaliën en slavernij). Gelukkig zijn er veel gegeten vissen die in het groen staan op de Viswijzer, zoals haring, forel en makreel.

  1. Eet onbewerkt of minder bewerkt voedsel

De meeste voedingsmiddelen zijn bewerkt. Alleen sommige voedingsmiddelen zijn veel minder bewerkt dan de anderen.

Indien mogelijk, geef voorkeur aan onbewerkt of minder bewerkt voedsel in plaats van bewerkte voeding. Hoe meer een voedingsmiddel bewerkt is, hoe groter de impact op het milieu. Dat komt door de energie en hulpstoffen die tijdens de bewerkingsprocessen nodig zijn. Een voorbeeld: als je een linzenburger wilt maken in een fabriek, dan heb je naast linzen ook andere ingrediënten nodig die de burger binden en die hem ook lekker maken. Denk aan suiker en zout, vet, maar ook aan specifieke voedingsvezels die in de voedselindustrie breed gebruikt worden zoals cellulose. De ingrediënten moet je vervolgens met elkaar mengen in speciale machines. En dan moet je met andere machines de burgers nog vormen. Om dit allemaal te doen heb je energie nodig. Dus als je een keuze hebt tussen linzen en een kant-en-klare linzenburger, dan is het beter om voor de onbewerkte linzen te kiezen.

  1. Zoek diversiteit in lokale producten

Een gebalanceerd voedingspatroon bevat meestal een ruime hoeveelheid (volkoren) granen, fruit en groenten en peulvruchten. Afwisseling zorgt ervoor dat je genoeg van alle benodigde voedingstoffen binnenkrijgt en, ook belangrijk, nooit te veel ongezonde stoffen. En het zorgt ook voor de biodevirsiteit (op en rond de akkers). De meest duurzame keuze is variatie te zoeken in lokale producten. Er zijn verschillende websites die aanwijzen welke producten in welke land en welke seizoen duurzaam zijn. Voor groente en fruit gebruik ik zelf de fruit- en groentekalender van EUFIC. In Nederland in November zijn er bij voorbeeld maar liefst 35 groentesoorten die duurzaam zijn.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.